Emotionele basisbehoeften
De manier waarop jouw opvoeders met jou omgingen, kan invloed hebben op het ontstaan van bepaalde schema’s. Elk kind heeft emotionele basisbehoeften zoals geborgenheid en veiligheid, maar daaraan is om welke reden dan ook, niet altijd tegemoet gekomen. Dat kan op latere leeftijd tot problemen leiden. Het gaat om de volgende basisbehoeften:
- Een veilige band met andere mensen hebben
- Duidelijke grenzen en leiding krijgen
- Eigen keuzes maken, en onafhankelijk mogen zijn
- Spontaniteit en plezier kunnen uiten
- Vrijheid om je behoeften en emoties te uiten
Wanneer tijdens jouw kindertijd één of meer emotionele basisbehoeftes niet zijn vervuld, kunnen negatieve schema’s ontstaan. Er zijn 16 schema’s onderzocht en ontwikkeld. Voorbeelden van schema’s zijn : emotioneel tekort/verwaarlozing, verlating, wantrouwen, sociale isolatie, minderwaardigheid, zelfopoffering, en afhankelijkheid. In bepaalde situaties worden bepaalde (kinderlijke) gevoelens en patronen, ook wel schema’s genoemd, steeds weer opgeroepen.